De problemen bij oncologische patiënten in de thuissituatie kunnen het gevolg zijn van de aandoening zelf of van de medische behandeling. De fysiotherapeut richt zich onder andere op de behandeling van spanningsklachten, pijn, fibrose, huidveranderingen, contracturen, verminderde mobiliteit, verstoorde lichaamsbeleving, verminderde spierkracht, conditieverlies, spanning, ademhalingsproblemen en vermoeidheid. Daarnaast kunnen er problemen ontstaan in het uitvoeren van persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en/of hobby’s. Hierop richt de ergotherapeut zich meer.
Doordat we aan huis komen worden we vaak ingezet in de palliatieve fase en/of de terminale fase. In de palliatieve fase liggen de behandeldoelen bij het behoud van de nog aanwezige vaardigheden. In de terminale fase liggen de behandeldoelen vooral in het begeleiden van de patiënt bij de steeds verder afnemende vaardigheden.
Door screening en betere behandelmethoden krijgen kanker en de gevolgen van kanker steeds meer het karakter van een chronische ziekte. Dit heeft gevolgen voor het fysieke, psychische en sociale welbevinden. De patiënt moet op eigen wijze leren omgaan met de nieuwe situatie. De fysiotherapeut kan hierbij een ondersteunende rol vervullen of als coach in dit proces functioneren.